Overslaan en naar de inhoud gaan

Geschiedenis van de Hallepoort

focus sur une sculpture dans le grand escalier de la Porte de Hal

De imposante Hallepoort kijkt al sinds de 14de eeuw uit over de stad Brussel. Dit laatste restant van de tweede stadsomwalling doet vandaag dienst als museum, maar heeft doorheen de eeuwen heel wat andere functies vervuld. Standhouden was geen evidentie, en dat ging lang niet altijd zonder slag of stoot.

In de 13de eeuw werd de eerste stadsomwalling gebouwd. Al snel bleek die niet te voldoen: ze was te klein om de volledige stad te omvatten en bovendien niet stevig genoeg om indringers buiten te houden. Een eeuw later volgde daarom een tweede omwalling, met een indrukwekkende omtrek van acht kilometer. De muren dienden in de eerste plaats als verdediging, maar versterkten tegelijk het imago van het machtige, rijke Brussel.

Een multifunctioneel verleden

De Hallepoort was één van de zeven poorten van de tweede omwalling en moest de zuidzijde van de stad beschermen. In de 16de en 17de eeuw werd de muur uitgebreid met bastions, ravelijnen en verdedigingstorens. Maar amper een eeuw later verloor ze haar militair nut en raakten de poorten in onbruik. De meeste werden afgebroken, behalve de Hallepoort, die door haar uiteenlopende functies gespaard bleef.

Zo deed ze onder meer dienst als douanepost, waar de stad invoer en uitvoer controleerde om belastingen te innen. Later werd de poort gebruikt als graanzolder, gebedshuis en tehuis voor daklozen. Wat haar echter vooral door de 18de eeuw loodste, was de rol als gevangenis: vanaf de 17de eeuw voor krijgsgevangenen, later ook voor misdadigers en politieke gevangenen. Toen de gedetineerden begin 19de eeuw naar een nieuwe gevangenis verhuisden, klonk opnieuw de roep om de poort te slopen.

De definitieve redding

Onder Nederlands bewind kreeg de Hallepoort een nieuwe bestemming als rijksarchief, waardoor ze opnieuw aan de sloophamer ontsnapte. De Belgische Revolutie maakte echter abrupt een einde aan dit plan en het voortbestaan van de Hallepoort kwam opnieuw op de helling te staan. Er volgden petities voor afbraak, en op 5 juli 1832 leek het lot bezegeld: de stad kondigde de openbare verkoop aan, met als voorwaarde dat de poort zou verdwijnen.

Toch kwam er redding uit Belgische hoek. De verkoop werd uitgesteld en de Belgische Staat vroeg advies aan de Koninklijke Commissie voor Monumenten, die krachtig pleitte voor behoud omwille van de uitzonderlijke historische waarde. In 1840 werd de afbraak bij Koninklijk Besluit verboden. Twee jaar later werd de poort officieel overgedragen aan de Belgische Staat voor 165.000 frank.

De Hallepoort als museum

Halverwege de 19de eeuw kreeg architect Tieleman Franciscus Suys de opdracht de poort te renoveren en om te vormen tot museum. Op 25 maart 1847 opende het Musée Royal d’Armures, d’Antiquités et d’Ethnologie officieel de deuren. Al snel bleek de indeling van het gebouw onpraktisch voor bezoekers, en in 1860 gaf Hendrik Beyaert de poort haar definitieve gedaante.

Wie de Hallepoort vandaag bezoekt, ontdekt een modern museumparcours dat de geschiedenis van Brussel als ommuurde stad vertelt. Diverse historische objecten en kunstvoorwerpen brengen dit verleden tot leven. Helemaal bovenop biedt de kantelenweergang een uniek 360°-panorama over Brussel.